En nog een laatste sprint!!

Ik ben geen hardloper, maar als je de kilometers zou optellen die ik afleg doorheen de hele dag, dan kan ik me bijna inschrijven voor 1 of andere marathon. De laatste week doen we dit zelfs een versnelling sneller.

We begonnen met het opruimen tegen de tijd. Alle kindjes hielpen mee en ook mijn lieve collega.  Al leek het vaak dat de klas een stort bleef, toch ging het vooruit. Ondertussen moest alles in orde geraken voor het oudercontact en de diploma- uitreiking van mijn lieve ondeugende kindjes. Zweetdruppels, gezucht en geklaag later was ik klaar.

Het oudercontact ging in 1 ruk voorbij, vooral omdat ik nergens een rustmoment had. Van 15u30 tot 19u30 in verschillende talen spreken, geconcentreerd blijven en vriendelijk zijn. Ik heb gelachen, ik was ontroerd en op het einde was ik gewoonweg uitgeteld. Na een intense dag met de kleuters , was dit best vermoeiend.

De diploma-uitreiking… Het was de eerste keer dat ik dit had voorbereid en dat deed ik dan ook tot in de puntjes.  Van speeches tot de hun “Wat wil ik later worden”-foto”s, van de droomboom tot de geschenkjes. Ze waren zo mooi gekleed en zongen hun twee liedjes met trots. Het overhandigen van de diploma’s was een speciaal moment, een soort afscheid. Ik dacht dat ik het moeilijk ging hebben, maar neen. Ik was vooral fier. Omdat ze zoveel hebben bereikt dit jaar. Omdat ze zo mooi en verschillend gegroeid zijn. Uniek.

 

We sloten af met een klein feestje waarbij ouders spontaan me kwamen aanspreken. We praatten over het afgelopen schooljaar en dat het zeker fijn samenwerken was. Ik was dankbaar voor de grote opkomst van de ouders terwijl zij dankbaar waren dat hun kind met vrucht kan overgaan naar het eerste leerjaar. Allen blij dus!

Nog twee dagen en het schooljaar is gedaan. Dag vrolijke , soms heel ondeugende kindjes! Dag collegaatjes die hard en veel hebben moeten werken dit schooljaar! Dag opgeruimd klasje!

En ok, ik ga eerlijk zijn, toen ik naar huis reed was er een traan. Een traan van blijdschap. Oef!

Juf, ik heb het veel te warm!

We horen het de laatste dagen wel meer met dit tropische weer. Dus wat doen wij als leerkracht als het zo warm is?

De laatste twee weken zijn aangebroken en ook het laatste thema. Voorbije week gingen we al naar het zwembad en vertrokken we op schoolreis. Het meest logische is dat we nu verdergaan op onze zomerkriebels. Zomerkriebels zoals logeren, kamperen en vakantie. Het zonnetje is van de partij en dat maakt het thema wel af. Toch steeg de temperatuur hoger dan normaal. Vooral als je in een klas zit waar de zon bijna de hele dag aan de muur vastgeklampt blijkt te zijn. Dus besloten we een klein ‘zwembadje’ te maken in de klas waarin al het speelgoed wordt gewassen en gesorteerd zodat de kleuters die komen ‘logeren’ alles proper kunnen waarnemen. Neen, geen echt zwembad, wel een klein badje. Nu ja, er kan wel een kind in. En het verfrist, maar niet genoeg.

Dus na een korte tijd zei ik hen dat we naar buiten gingen gaan. We speelden ‘Wolfje, hoe laat is het?’ in een nattere versie en water-tikkertje met letters. Wat hadden ze (water-)pret! Ook andere juffen mochten even het plezier delen. De ene vond dat al leuker dan de andere. Persoonlijk vind ik dat iedere juf dat zelf beslist en dat iedere keuze wel ok is. Als je zelf niet goed tegen de warmte kan, ga je niet gaan rondhollen met een waterspuit. Zo ben ik wel niet. Als je iemand afleidt van een ‘probleem’, dan bestaat het ‘obstakel’ even niet meer. In dit geval vergaten de kleuters de warmte en ik was ook vergeten welke kwaaltjes die warmte allemaal meebracht.

Vooral de kinderen enorm veel laten drinken. Van mij mochten ze wanneer ze wilden drinken. Aangezien ze bij ons alleen maar water mogen meenemen naar school, konden ze hun drinkbus overal met zich meepakken en terug aanvullen.

Rustige leerrijke spelletjes en verhalen. Reisverhalen of tijd voor een voorleesboek. Op dat vlak hield ik het rustig in de klas.

Zelf waaiertjes maken en wind proberen te maken. Hola pola een techniek-activiteit. Na een heel jaar rond techniek te werken, kon deze ook niet ontbreken.

De komende dagen wordt het ook nog lekker warm en dan gaan we deze ook zo goed mogelijk proberen in te vullen met leuke activiteiten, maar het allerbelangrijkste, we gaan kijken naar de kinderen. Hoe zij zich voelen. Want ondanks al onze voorbereide activiteiten blijft het kind centraal. Daar valt zelf niets aan toe te voegen.

Alleen…

Spitter spetter spat, morgen worden we allen weer nat! 🙂

Afbeeldingsresultaat voor spetter spat

 

Ik ben te moe voor het woord ‘moe’

De vermoeidheid kruipt stilaan overal mijn lichaam binnen, als een dief in de nacht. Deze week besefte ik het maar al te goed.

Maandag. We begonnen redelijk goed aan de week, al had ik niet goed geslapen die voorbije nacht. Dat hield me niet tegen om meteen het thema in te vliegen. Kleuters vertelden over hun ervaringen met het zwembad en wat we wisten, werkten we uit in de hoeken. Mijn ideetjes van de diploma-uitreiking begon ik uit te werken en ontdekte dat er al 1 kindje niet bij ging zijn. Spijtig. De kleuters waren in hun nopjes en waren hun oren thuis vergeten terwijl hun monden de sleutel niet konden vinden om dicht te gaan. Ik telde tot 10.

Dinsdag. De dag om met de kleuters mee te gaan zwemmen werd verstoord door datgene waar vrouwen niet over praten met mannen(Anders zouden die een trauma opdoen, we besparen hun dat). Ik noem het de rode gloed. Hoe dan ook, ik was teleurgesteld dat ik als klasjuf niet mee kon spetteren en spatten. En deze keer hadden ze hun oren niet vergeten, maar staken er bananen in. Ik kon de ingang weer vinden, maar het was niet simpel. Ik telde weer tot 10, wel tien keer. Erna was het nog tijd om met de  collega’s onze  hersenen te pijnigen tot deze niet meer functioneerden, voor die dag.

Woensdag. Mijn eerste pechdag als ik terug kijk. Verf op de broek, op mijn tenen getrapt(letterlijk), een kleuter die steeds maar hetzelfde storende gedrag vertoonde., een moeder die kwam klagen over de voetzool van haar zoon terwijl hij zijn schoenen niet uit had gedaan in de klas. Mijn dochter viel in slaap in de zetel van vermoeidheid terwijl ik betalingen deed of toch probeerde. Door 1 of andere reden kon ik dit niet doen. Wat zeg ik? De verbinding kon niet gemaakt worden. Joepie. Even later wilde ik aan het eten beginnen, maar mijn hand deed iets wat ik niet wou en het zout vloog de lucht in. “Mama, er is zand in de keuken!” Ja, zij vond het leuk. Even gauw naar het toilet werd een flop. Haast en spoed zijn zelden goed. Juist. Alhoewel ik vond dat het er niets mee te maken had. Meneer moest de wc- bril maar naar beneden hebben gedaan. Een geluk dat ik nog moest douchen. Ik telde tot 10 maal 10.

Donderdag. Ik begon mijn dag door mijn vinger per ongeluk tegen de deur te slaan. Tja. Er was file op de baan. Niet ongewoon, maar ik stond vaker stil dan anders.  Ik had vreetbuien, yum en waar was die motilium weer? Herhalen van afspraken met de kleuters en die telrij nog eens opzeggen in mijn hoofd en eens met de kleuters. Van nul tot tien en van tien tot nul.  Ook wanneer ik voor de tweede keer mijn man vervloek voor die wc-bril.

Vrijdag. Schoolreis. Eigenlijk zegt dit al genoeg. Maar ik wil best enkele belangrijke woorden meegeven. Kots op de bus. Wilde dieren(ik heb het niet over een dierentuin). Na 5 stappen: “Ik ben moe!” Ge -‘juuuuf’ op de bus. File naar huis. Geroep en gehuil in de winkel. Hetzelfde thuis. Ik tel niet meer tot tien, want ik weet niet meer hoe.

En nu? Nu zit ik rustig in mijn zetel en ik voel de vermoeidheid aan mijn oogleden trekken. De woordenstroom begint te stoppen, dus…

10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,weekend!

One last time

plets

ik voel ze op mijn hoofd

totaal aanvaard

veroorloofd

maar de laatste plons

krijgt geen plaats

te nat

overboord

 

Ik heb mezelf beloofd niet te gaan klagen op deze blog dus dat ga ik ook niet doen, daarmee dit kleine gedicht. Ik hou ervan om een juf te zijn, want ik leer echt zoveel van hen en over mezelf.  Het voorbije schooljaar heb ik mezelf teruggevonden als juf, helemaal. De burn-out die er ooit was, is uit mijn systeem verdwenen. Waarom dan dit gedicht? Simpel, het leven gaat voort met ups en downs. Soms word je keihard tegen de vlakte gedrukt om erna weer de helling op te rennen. En af en toe ga ik me de koningin te rijk voelen.

En deze week stond ik op ontploffen. Ik was vergeten te ventileren, te rusten en dat voelde ik. Soms verwacht ik dat andere mensen zoals mij zijn en dan vergeet ik op dat moment dat iedereen anders is. Maar als ik iemands gedrag niet begrijp, dan begint dat te knagen. Dus als ik in een andere tijd had geleefd, dan zou ik als een echte Amazone op haar paard door het land zijn getrokken om iedereen te gaan helpen, om rechtvaardigheid te gaan verkondigen. Helaas, met zo’n Amazone-pakje zou ik nu enorm opvallen en trouwens ik heb geen paard, enkel een groene Volkswagen Fox.

Vrijdag vielen mijn plannen eerst in het water, maar als juf moet je flexibel zijn, dus vond ik een oplossing. Bliksem Mcqueen leerde zijn vriendjes vandaag om hun plaats te kennen in het verkeer. Nu ja, dat kenden ze wel al door onze vele uitstapjes op straat, maar deze keer ging de juf niet helpen. Terwijl de vele druppels uit de lucht vielen, fietsten we onder het afdak door het verkeer.

Een geluk, de laatste druppel viel rond de middag, waardoor we toch nog in de zon konden fietsten en de dag weer opklaarde.

En waar ik super fier op was, was dat ze voor hun techniekopdracht een auto moesten bouwen die alleen moest kunnen rijden, ze mochten hun handen niet gebruiken. Dus zochten ze naar allerlei oplossingen. Kijk maar.

Vroem, vroem en nog een laatste keer vroem, want het thema is voorbij.

De laatste drie weken worden dan ingezet. Liefst dan geen regendruppels, maar heel veel zon!

In de wereld van Cars

Vroem, vroem , vroemmmm….

De start van de nieuwe week was niet zoals ik had verwacht. Jeukende indringers met een topping die elk moment kon openbarsten, kwamen het leven van mijn dochter binnen. Als ik ze had kunnen bevechten, dan had ik het gedaan, maar helaas had ik enkel zo een witte zeer droge zalf om haar te helpen. Dit in combinatie met de hitte, voerden me tot waanzin. Je hebt 23 tierende kleuters in de klas of een dochter die de hele dag door bleef klagen over de jeukende pijn en jijzelf dat er niets aan kan doen. Dan zit ik liever in de klas, al hou ik ontzettend veel van mijn kleine meid. Want ik voel me niet graag hopeloos verloren. Een geluk dat die vijanden nu zijn verslagen waardoor we nu met Paw patrol kunnen spelen zonder gestoord te worden door een krab-aanval.

Hoe dan ook, na twee dagen thuis voor de dochter te zorgen, kwam ik woensdag met een goed gevoel naar school. Omdat de kleuters dit thema hadden gekozen en ik dus helemaal in hun leefwereld kon duiken. Al had ik mijn collega enkele instructies gegeven en deze niet zozeer werden uitgevoerd, moest ik toch een beetje van nul beginnen. De mindmap over het thema was er al en de letter van de week ook en dat vond ik best prima, maar de verrijking van de hoeken stond nog niet op punt. Nu ja, na twee dagen kan je nog niet alles hebben gedaan. Dus toen de dag begon, liet ik de kleuters vertellen wat ze al hadden gedaan.

De poppenhoek was een garage geworden! Super, dacht ik en samen gingen we ernaar kijken. Ze vroegen of ze hun zelfgemaakte wielen er mochten afhalen. Tuurlijk! In een garage wordt er heel de tijd gewerkt aan onderdelen van de auto. Sommige kleuters gingen ,na het kiezen van de hoeken, meteen aan de slag. Ramen en deuren erin creëren, een stuurwiel in vijzen, een radio uit elkaar halen om weer als nieuw te maken(in hun ogen bruikbaar) en nog zoveel meer. Maar het allerbelangrijkste? Ze verdeelden de taken en werkten samen! Eureka!

In de autohoek hadden ze al een garage met blokken gemaakt met verdiepingen. Maar hoe zouden die auto’s er kunnen geraken? En hoe zouden ze weten waar hun auto stond? Ze zochten naar oplossingen en terwijl ik naar de andere hoeken ging kijken, vonden ze die ook. Zolang je ze genoeg uitdaagt, blijven ze zoeken tot ze vinden wat ze nodig hebben om verder te gaan. Geweldig vind ik dat.

 

We deden natuurlijk nog heel wat andere dingen, maar deze bleven me het meeste bij. Omdat ze al spelend leren. Er zijn nog veel leerkrachten die denken dat het gebruik van werkblaadjes hen voorbereidt op het eerste leerjaar.  Ja, ze zullen leren aan een tafel  zitten en ze zullen dit beschouwen als werken. Maar samen een opdracht afmaken, met z’n allen tot oplossingen komen, de ene uitdagen waar hij nog nooit heeft over nagedacht en de andere in zijn interesse kunnen tegemoetkomen. Dat is de basis om te groeien en dan leren ze ook om een goede werkhouding te hebben, dan leren ze ook om ‘flink’ te zitten. Maar het is nog niet dat schoolse waar ze de volgende jaren continue mee geconfronteerd zullen worden.

Laat een kind een kind zijn. Ander krijgt hij of zij ergens een verkeerd beeld mee over zichzelf, de anderen en hun groeiproces. Kijk naar Trump, die heeft vast goed kunnen rekenen, maar hij heeft nooit geleerd hoe hij moet omgaan met mensen. En dat lieve lezers, begint allemaal in de ontwikkelingsjaren van een kleuter. Het is niet enkel rekenen, taal en verplicht een versje kunnen opzeggen. Het is een totaalpakket van kennis en vaardigheden als je voldoende groeikansen krijgt.

En ik kan met trots zeggen dat ze gegroeid zijn.Allemaal met mezelf inclusief. Ook al blijf ik maar 1 meter 56 centimeter groot .