Ze zijn met velen in je klas en met nog meer op school. Je ontdekt, al dan niet samen, hun groeipunten en talenten waardoor je als juf een groot deel uitmaakt in hun ontwikkeling. Het is telkens maar een jaartje dat ze in de klas zitten, maar die tijd is zo waardevol in het leven van elk kind. Maar hoe goed ken je nu je kleuters?
Ik heb 22 lieve en ondeugende kapoentjes in mijn klas, maar van sommige kleuters ken ik hun talent nog niet. En dat is eigenlijk niet erg. Sommige talenten manifesteren zich heel vroeg en sommige kinderen ontdekken hun talent pas later. Dus ik heb nog tijd. Ondertussen speel en praat ik mee met de kinderen om toch meer te weten te komen.
En zo kwam ik heel wat te weten tijdens enkele filosofische gesprekjes die voortkwamen uit ons thema ‘Trolls’. Die kleurrijke trolletjes die zingen over vrolijke en droevige onderwerpen en streven naar geluk. Can’t stop the feeling Ik nam telkens een groepje van 4-6 kleuters uit de klas( dank u , co-teacher!) waarmee ik rustig kon praten. We hadden het over gelukkig zijn. Wat is geluk en wat maakt jou gelukkig? Er kwamen zeer mooie antwoorden aan bod, zoals: met papa en zus gaan fietsen of verjaardagsfeesten. Maar eentje bleef me bij. Dag en nacht. Haar antwoord was dan ook: “Niets.” Met tranen in de ogen vertelde ze over hoe alleen ze zich voelt thuis, dat haar broer altijd haar speelgoed kapot doet en dat papa alleen maar in de zetel wilt zitten. Van mama zei ze niet veel. Je moet weten dat haar mama nog de nasleep van de vieze kanker met zich meedraagt en dus vaak de dag probeert door te komen. “Mama wilt dat ik iets voor haar koop, maar ik heb geen centjes hé juf.” “Neen, die hebben mama en papa, maar eigenlijk heb je geen centjes nodig om mama een mooi cadeau te geven.” De andere kleuters gaven dan ook heel wat oplossingen: een tekening, een knuffel, mama helpen… . Na ons gesprek tekenden ze telkens over datgene dat ons gelukkig maakt. Uiteindelijk tekende die lieve meid dan de school(“Ik ben blij dat ik hier ben”) en haar familie mocht naast het gebouw staan. “Want ik hou wel van mijn familie hé juf.” En in de namiddag maakte ze dan een liefdevolle tekening voor haar mama. Dat zelfde meisje doet vaak wat ze wil in de klas en keert in zichzelf als ik haar eens moet wijzen op haar gedrag. Ik begrijp nu waarom. Ik had ergens al een gevoel en daarom dat ik al af en toe met haar ging praten, maar dit had ik nooit verwacht. Toch ben ik blij dat ik het deed, want daardoor heb ik een betere band met haar en dat zie ik ook aan haar.Kindgesprekken. Ze zijn zo nodig, maar soms , door alle drukte heen, zie je niet wie ze echt nodig heeft. Tot er iets gebeurt of tot kleuters een totaal ander gedrag vertonen. Zo heb ik een kleuter die bijvoorbeeld geen knuffelbeer is, zoals veel van mijn meisjes in de klas, dus doet die nooit mee. Tot hij huilend mij zo hard beet nam. Ik kreeg een brok in mijn keel. Maar aangezien hij enorm gesloten is, is het moeilijk om te weten wat er mis was en is. Ik probeer het te begrijpen en tot ik het antwoord weet en ook erna, zal ik er zijn voor hem. Het was een kreet om hulp en dat kan ik niet zo laten. Ik slaap er immers niet zo goed van.
Jezelf kunnen zijn. Dat was mijn belangrijkste boodschap van geluk voor hen. Want als je dat kan zijn, dan kan iedereen je leren kennen. En lukt dat nog niet, dan is tijd je vriend. En ik heb tijd en geduld, maar vooral een luisterend oor. Voor wie het nodig heeft.
“Ik hoor je.”