Ik ben te moe voor het woord ‘moe’

De vermoeidheid kruipt stilaan overal mijn lichaam binnen, als een dief in de nacht. Deze week besefte ik het maar al te goed.

Maandag. We begonnen redelijk goed aan de week, al had ik niet goed geslapen die voorbije nacht. Dat hield me niet tegen om meteen het thema in te vliegen. Kleuters vertelden over hun ervaringen met het zwembad en wat we wisten, werkten we uit in de hoeken. Mijn ideetjes van de diploma-uitreiking begon ik uit te werken en ontdekte dat er al 1 kindje niet bij ging zijn. Spijtig. De kleuters waren in hun nopjes en waren hun oren thuis vergeten terwijl hun monden de sleutel niet konden vinden om dicht te gaan. Ik telde tot 10.

Dinsdag. De dag om met de kleuters mee te gaan zwemmen werd verstoord door datgene waar vrouwen niet over praten met mannen(Anders zouden die een trauma opdoen, we besparen hun dat). Ik noem het de rode gloed. Hoe dan ook, ik was teleurgesteld dat ik als klasjuf niet mee kon spetteren en spatten. En deze keer hadden ze hun oren niet vergeten, maar staken er bananen in. Ik kon de ingang weer vinden, maar het was niet simpel. Ik telde weer tot 10, wel tien keer. Erna was het nog tijd om met de  collega’s onze  hersenen te pijnigen tot deze niet meer functioneerden, voor die dag.

Woensdag. Mijn eerste pechdag als ik terug kijk. Verf op de broek, op mijn tenen getrapt(letterlijk), een kleuter die steeds maar hetzelfde storende gedrag vertoonde., een moeder die kwam klagen over de voetzool van haar zoon terwijl hij zijn schoenen niet uit had gedaan in de klas. Mijn dochter viel in slaap in de zetel van vermoeidheid terwijl ik betalingen deed of toch probeerde. Door 1 of andere reden kon ik dit niet doen. Wat zeg ik? De verbinding kon niet gemaakt worden. Joepie. Even later wilde ik aan het eten beginnen, maar mijn hand deed iets wat ik niet wou en het zout vloog de lucht in. “Mama, er is zand in de keuken!” Ja, zij vond het leuk. Even gauw naar het toilet werd een flop. Haast en spoed zijn zelden goed. Juist. Alhoewel ik vond dat het er niets mee te maken had. Meneer moest de wc- bril maar naar beneden hebben gedaan. Een geluk dat ik nog moest douchen. Ik telde tot 10 maal 10.

Donderdag. Ik begon mijn dag door mijn vinger per ongeluk tegen de deur te slaan. Tja. Er was file op de baan. Niet ongewoon, maar ik stond vaker stil dan anders.  Ik had vreetbuien, yum en waar was die motilium weer? Herhalen van afspraken met de kleuters en die telrij nog eens opzeggen in mijn hoofd en eens met de kleuters. Van nul tot tien en van tien tot nul.  Ook wanneer ik voor de tweede keer mijn man vervloek voor die wc-bril.

Vrijdag. Schoolreis. Eigenlijk zegt dit al genoeg. Maar ik wil best enkele belangrijke woorden meegeven. Kots op de bus. Wilde dieren(ik heb het niet over een dierentuin). Na 5 stappen: “Ik ben moe!” Ge -‘juuuuf’ op de bus. File naar huis. Geroep en gehuil in de winkel. Hetzelfde thuis. Ik tel niet meer tot tien, want ik weet niet meer hoe.

En nu? Nu zit ik rustig in mijn zetel en ik voel de vermoeidheid aan mijn oogleden trekken. De woordenstroom begint te stoppen, dus…

10,9,8,7,6,5,4,3,2,1,weekend!

8 reacties op ‘Ik ben te moe voor het woord ‘moe’

  1. Heb het ineens heel erg met jou te doen… of de kleuters.. ahhaha Nog een paar weekjes…. of een tuk-pauze inlassen bij de kleuters…. Doen ze in Amerika ook op sommige pre-schools…. en in Scandinavië ook trouwens…. 😉

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie